Zorgen over de nieuwe pensioenwet – uitkomsten van een onderzoek

1 juli 2023 is de nieuwe Wet toekomst pensioenen ingegaan. Alle pensioenregelingen moeten aangepast aan deze nieuwe wet. Daarvoor is tot uiterlijk 1 januari 2028 de tijd. Doel van de wet is om pensioen persoonlijker en transparanter te maken en de kans op een geïndexeerd pensioen te vergroten. Het Pensioen Platform heeft een onderzoek gedaan naar onderwerpen waar mensen zich zorgen over maken in de nieuwe pensioenwet.

Zorgen over beschikbare premie in de nieuwe pensioenwet

Alle pensioenregelingen worden gebaseerd op het systeem beschikbare premie. De premie wordt gestort in een persoonlijke pensioenpot. De omvang van deze pot is bepalend voor de hoogte van de pensioenuitkering. De hoogte van de pensioenuitkering wordt dus minder zeker. Maar door minder zekerheid in te bouwen zal de kans op een stijgend pensioen toenemen. Daar tegenover staat dat de kans op een daling van het pensioen ook groter wordt.

58% van de respondenten maakt zich hier zorgen om. De belangrijkste zorg is dat er onzekerheid is over de hoogte van de uitkering. Opvallend is dat men daarbij vaak het ontbreken van een garantie noemt Dit valt op, want in het huidige stelsel ontbreekt die garantie ook al.

Zorgen over beleggen in de nieuwe pensioenwet

De pensioenuitvoerder belegd het pensioengeld. Daarbij gaan we uit van een lifecycle belegging. Voor deelnemers die ver van de pensioendatum afzitten is de focus op rendement en zijn de beleggingen risicovol. Naarmate je dichter bij de pensioendatum komt, zal het risico automatisch worden afgebouwd. Maar niet volledig, want ook na pensionering blijft het pensioengeld belegd.

Volgens 62% is dit een goed principe. Ruim een kwart van de mensen maakt zich hier wel zorgen om. Ook hier wordt het ontbreken van een garantie aangevoerd als belangrijke reden tot zorg.

Invaren

Alle opgebouwde pensioenen bij een pensioenfonds worden omgezet naar het nieuwe systeem. Dat noemen we invaren. De wijziging is dus niet alleen voor de toekomst, maar ook voor het al opgebouwde pensioen, inclusief de pensioenen die al uitkeren.

Over invaren maakt ruim 2/3e van de mensen zich zorgen. Krijg je waar je recht op hebt? is daarbij de belangrijkste vraag. Deze zorg komt door een gebrek aan vertrouwen in de juistheid van de administratie en it-systemen. Daarnaast maakt men zich zorgen over de rekenregels en het eerlijk verdelen van de huidige pensioenpotten.

Lees ook:
Gaan jullie voor een solidaire of flexibele premieregeling?

Zorgen partner- en wezenpensioen in de nieuwe pensioenwet

De partner- en wezenpensioenen zullen veranderen. De definities (wie krijgt wanneer wel of geen uitkering) zullen voor alle pensioenregelingen worden geharmoniseerd. Daarnaast komt er één systeem van verzekeren en berekenen. Het partner- en wezenpensioen bij overlijden voor de pensioen wordt een risicoverzekering zonder waardeopbouw. Bij beëindiging van deelname stopt de verzekering en vervalt zonder waarde.

Ruim 20% van de respondenten maakt zich hier zorgen om omdat men bang is dat de opgebouwde rechten zullen verdwijnen. Deze zorg is ten onrechte, want opgebouwde partnerpensioenen verdwijnen niet.

Hoogte partner- en wezenpensioen

De hoogte van het partner- en wezenpensioen is nu gekoppeld aan de periode die iemand kan werken bij een werkgever (tussen datum in dienst en de pensioendatum) en de pensioengrondslag (salaris minus een AOW-franchise). Dat verandert en wordt een vast percentage van het salaris, ongeacht de diensttijd. De methodiek wordt eenvoudiger. Maar bij de overgang zullen er naar verwachting winnaars en verliezers zijn.

Bijna 1/3 maakt zich zorgen over de hoogte van het nieuwe partnerpensioen. Want wat betekent het voor mensen die er door de verandering op achteruit gaan? Is daar voldoende vangnet voor en krijgen die mensen genoeg compensatie?

Keuzebegeleiding

Een persoonlijker en transparanter pensioen biedt meer keuzemogelijkheden aan het individu. Daarom is keuzebegeleiding opgenomen in de wet. Pensioenuitvoerders moeten deelnemers begeleiden bij het maken van de keuze. Daarbij zullen zij geen advies geven, wel informatie. Ook zullen zij alleen informatie geven over het pensioen dat bij hen is opgebouwd. Andere zaken nemen zij daar niet in mee. Ook is het voor hen niet verplicht om de fiscale gevolgen van de keuzes mee te nemen in de begeleiding.

Ruim 60% maakt zich zorgen over de invulling van de keuzebegeleiding. De keuzebegeleiding wordt een wassen neus, preken voor eigen parochie en als veel te beperkt omschreven. Mensen hebben behoefte aan goed en gedegen, inhoudelijk en objectief advies. De verwachting is dat de invulling van de keuzebegeleiding door uitvoerders hier bij lange na niet aan kan voldoen.

Conclusie

De zorgen die er leven ten aanzien van het nieuwe stelsel zijn voor een deel gebaseerd op onvoldoende kennis van het huidige stelsel. Het ontbreken van een garantie is niet nieuw, maar wel een belangrijke zorg ten aanzien van het nieuwe stelsel. Ik denk dat door hier in de communicatie op de juiste manier aandacht aan te besteden er veel zorgen kunnen worden weggenomen.

Ten aanzien van partner- en wezenpensioen is een deel van de zorgen gebaseerd op onvoldoende kennis van de nieuwe regels en het overgangsregime ten aanzien van opgebouwde partnerpensioenrechten. Ook op dit onderdeel is goede voorlichting essentieel.

Uit de respons op de keuzebegeleiding blijkt dat van de rol van de uitvoerder en de informatie die verstrekt wordt niet veel wordt verwacht. Ook blijkt uit de reacties op het invaren dat men de uitvoerders met argwaan bekijkt.

Foto: fauxels – Pexels.com

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *