Hoe de nieuwe pensioenwet een probleem creëert dat niet bestond

Wanneer je als werkgever een beschikbare premieregeling hebt, dan is je pensioenregeling eigenlijk al jarenlang future-proof. En de problemen die er zijn met pensioenregelingen bij pensioenfondsen, die heb je niet. Dus waar de nieuwe pensioenwet bepaalde problemen wil oplossen, geldt dat niet voor jullie pensioenregeling. Maar als je aan de slag gaat met de nieuwe pensioenwet, dan kom je tot de ontdekking dat je ineens wel een probleem hebt. De nieuwe pensioenwet creëert een probleem terwijl er tot op heden geen probleem bestond.

Welk probleem wordt er opgelost met de nieuwe pensioenwet

Pensioenfondsen beloven een nominaal pensioen en dat pensioen moet, als het even kan, ook nog geïndexeerd worden. Het is geen garantie, maar wel een redelijk harde belofte. We zijn er echter achter gekomen dat die belofte, een nominaal pensioen dat kan worden geindexeerd, niet langer houdbaar is.

Er komt nu een stelsel, waarbij pensioen minder zeker is, maar dat wel een hogere kans op indexatie kent.

Beschikbare premie

De premie stort je in de persoonlijke pensioenpot van de werknemer en de werknemer kan het pensioen aanpassen aan de eigen wensen en doelen. En op de pensioendatum koopt de werknemer naar keuze een vast of variabel pensioen aan. De default is een variabel pensioen, waarbij de pensioenen kunnen stijgen, en wanneer het minder gaat, ook kunnen dalen.

Veel werkgevers hebben al beschikbare premie

Veel werkgevers die niet aangesloten zijn bij een pensioenfonds hebben al een beschikbare premieregeling. Zij hebben dus al de regeling van de toekomst. Je zou dus verwachten dat die zonder problemen door kunnen met de huidige pensioenregeling. Maar niets is minder waar.

De premie staffel is het probleem in de nieuwe pensioenwet

De huidige beschikbare premieregelingen zijn vaak gebaseerd op een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Naarmate de werknemer ouder wordt, wordt er meer premie betaald. Dat is zo, omdat pensioenopbouw voor een oudere werknemer duurder is dan voor een jongere werknemer, omdat de premie langer kan renderen.

In de nieuwe wet is het uitgangspunt echter een leeftijdsonafhankelijke premie. Dus geen staffels meer. Die zijn in de nieuwe wet niet meer toegestaan.

De achterliggende reden is dat bij pensioenfondsen al een leeftijdsonafhankelijke premie wordt betaald. En de meerderheid van de werknemers bouwt daar pensioen op. Door niet te kiezen voor een staffel is de overgang voor de meerderheid van de werknemers in Nederland dus eenvoudiger.

Als je nu een staffel hebt

Maar de werkgevers die nu wel een staffel hebben, krijgen er ineens een probleem bij. Zij moeten de pensioenregeling aanpassen en ook over naar een leeftijdsonafhankelijke premie. En dat is best een uitdaging.

Als je de staffel omzet, dan maak je de pensioenregeling voor jongeren duurder en voor ouderen goedkoper. Maar bij de overgang moet je de ouderen compenseren voor het nadeel. Per saldo wordt dan iedere werknemer duurder.

Omdat het eigenlijk niet de bedoeling is om pensioen duurder te maken bij de overgang, is er een overgangsregeling in de wet opgenomen. Als je nu een staffel hebt, mag je die voortzetten voor de zittende werknemers. Nieuwe werknemers krijgen wel de leeftijdsonafhankelijke premie. Op het moment van overgang wordt het dus niet duurder. De jaren daarna wel! En je krijgt een groot verschil tussen zittende en nieuwe werknemers.

Lees ook: De nieuwe pensioenpremie wordt bepalend voor aannemen nieuw personeel

Er was geen probleem, maar nu dus wel

Veel werkgevers hebben op dit moment al dé pensioenregeling van de toekomst. Maar toch moeten zij de regeling aanpassen en dat betekent nu of in de toekomst een stijging van de pensioenlasten. En grote verschillen tussen zittende en nieuwe werknemers. Er was geen probleem, maar nu is het er dus ineens wel.

^{_{Foto: Fauxels – Pexels.com}}