Geen pensioenopbouw na je AOW-leeftijd een no go

De AOW-leeftijd is 67 jaar. In 2028 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. De pensioenleeftijd in de wet is 68 jaar. In een deel van de pensioenregelingen wordt pensioen opgebouwd tot de AOW-leeftijd, in andere regelingen tot 68 jaar. Als je besluit door te werken na jouw AOW-leeftijd, dan stopt vaak de pensioenopbouw. Maar mag dat wel?

Leeftijdsdiscriminatie

Het is niet toegestaan om in arbeidsvoorwaarden, waaronder pensioen, onderscheid te maken op grond van leeftijd. Maar, speciaal voor de pensioen- en AOW-leeftijd is een uitzondering gemaakt. In de wet is de volgende bepaling opgenomen:

Het verbod van onderscheid is niet van toepassing op in pensioenvoorzieningen vastgelegde toetredingsleeftijden en op pensioengerechtigde leeftijden, alsmede op de vaststelling van verschillende toetredings- en pensioengerechtigde leeftijden voor werknemers of voor groepen of categorieën van werknemers.

Geen pensioenopbouw na de AOW-leeftijd

Wanneer je doorwerkt na de AOW-leeftijd of de pensioenleeftijd en er vindt dan geen pensioenopbouw plaats, dan wordt er onderscheid gemaakt op grond van leeftijd. De vraag is of dat onderscheid toegestaan is. Als ik kijk naar de uitzondering zoals hierboven staat, dan valt dit daar niet onder.

Mijn conclusie is dan ook dat het niet voortzetten van de pensioenopbouw als verboden onderscheid kan worden uitgelegd. Dit heeft immers niet te maken met het bereiken van een pensioengerechtigde leeftijd of een toetredingsleeftijd.

Pensioenopbouw onder de Wtp

In het nieuwe pensioenstelsel krijgt iedereen een persoonlijke pensioenpot waarin premies worden gestort. De omvang van de pot bepaald uiteindelijk de hoogte van de pensioenuitkering. De premie is leeftijdsonafhankelijk. In die situatie is het niet logisch om te werken met een pensioenleeftijd. En dan is het ook volstrekt logisch, dat zolang iemand doorwerkt, er ook pensioenpremie wordt gestort in de persoonlijke pot van de betreffende werknemer. Let op, er geldt wel een uiterste leeftijd van 5 jaar na de AOW-leeftijd. Hierover verderop meer!

Lees ook:
De pensioenleeftijd gaat verdwijnen en dat is maar goed ook

Vernieuwd staffelbesluit en pensioenopbouw na AOW-leeftijd

In beschikbare premieregelingen onder de oude wetgeving van voor de Wtp kenden we progressieve staffels. Daarbij werd de premie, naarmate een werknemers ouder werd, hoger. Deze regelingen mogen voor de reeds bestaande groep van werknemers ook na invoering van de Wtp worden voortgezet, dus ze zullen naar verwachting nog decennia lang blijven bestaan.

De staffels die daarbij werden gebruikt, werden voorgeschreven door het Ministerie van Financien, in een zogenaamd staffelbesluit.

De staffels die gepubliceerd werden, hadden een eindleeftijd van 68 jaar. Premiepercentages voor pensioenopbouw na die leeftijd waren niet gepubliceerd.

In het nieuwste besluit is daar verandering in gekomen. Er zijn nu ook percentages bekend gemaakt voor de leeftijden 68, 69, 70, 71 en 72 jaar. Wellicht dat ook daar het besef is doorgedrongen dat je na de pensioenleeftijd nog gewoon pensioen kunt opbouwen!

Dalende percentages maar dat is logisch

In een progressieve staffel neemt de premie toe naarmate iemand ouder wordt. De gedachte daarachter is dat ieder leeftijdschort met het oplopende premiepercentage, steeds hetzelfde pensioen kan inkopen. En naarmate je ouder wordt, wordt pensioen opbouwen duurder.

Vanaf de pensioendatum is dat echter niet meer het geval. De staffels zijn gebaseerd op een pensioen dat uitkeert vanaf 68 jaar. Als je dan doorwerkt en op je 68e nog pensioen opbouwt, dan spaar je voor een pensioen dat uitkeert vanaf 69 jaar. En dat pensioen is goedkoper, dan een pensioen vanaf 68 jaar. Dus het is logisch dat de staffels vanaf 68 jaar weer afnemen.

Waarom tot 72 jaar?

De staffels lopen door tot 72 jaar. In de wet is immers opgenomen dat pensioenopbouw plaats mag vinden tot maximaal 5 jaar na de AOW-leeftijd. Op die leeftijd moet ook het pensioen uiterlijk zijn ingegaan. Ook hier kun je je afvragen of dat geen verboden onderscheid is op grond van leeftijd. Maar dan kom je in een vreemde spagaat terecht.

De ene wet (Loonbelasting) maximeert pensioenopbouw tot 5 jaar na de AOW-leeftijd. Dus in feite legt deze wet aan werkgevers de verplichting op om te stoppen met pensioenopbouw. De andere wet (gelijke behandeling) verbiedt onderscheid op grond van leeftijd, en verplicht in feite de werkgever om door te gaan met pensioenopbouw.

Foto: RDNE Stock project – Pexels.com

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

4 reacties

  1. Hoi Jan, Zou jij deelnemers adviseren om mee te doen aan een pensioenregeling als de werknemer ook zijn/haar eigen bijdrage als lijfrentepremie kan storten op een lijfrente rekening. Ik weet het wel. Alleen bij een premievrijpensioen (zijn die er nog veel, even de 1% of 2% of 3% obv vaste premie regelingen niet meegenomen) moet je ja zeggen. Verder goed verhaal .

    1. Niet iedereen heeft de keuze om wel of niet mee te doen. De meeste pensioenregeling (99,9%!) zijn verplicht.

      We zien wel steeds meer flexibiliteit ontstaan in pensioenregelingen als het gaat om de werknemersbijdrage. Dan moet je denken aan een pensioenregeling waarbij de premie bijvoorbeeld 50/50 wordt betaald. Maar de 50% die de werknemers betalen is flexibel. Zij kunnen er voor kiezen om meer, maar ook om minder zelf in te leggen. Ik zie in dat soort regelingen werknemers die er dan voor kiezen om hun bijdrage niet te betalen in de pensioenregeling, maar in een lijfrente.

      Deze ontwikkeling gaat overigens verder, want ik weet dat verzekeraars bezig zijn met de ontwikkeling van een combinatieproduct. Dus lijfrente en pensioen in 1 omgeving. Dan wordt dit helemaal makkelijk. Dan heb je een verplichte werkgeversbijdrage in pensioen, inclusief goede dekking voor partner- en wezenpensioen en premievrijstelling. En de werknemer kan er voor kiezen om de eigen bijdrage in pensioen te storten of in een lijfrente. Pensioen heeft als voordeel dat er dan vaak premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid gedekt is, lijfrente heeft als voordeel dat er geen kapitaalverlies bij overlijden is (wat wel een iets lagere eindopbrengst geeft).

      En wij zien ook een ontwikkeling op het gebied van collectief lijfrente, waarbij de werkgever helemaal geen pensioen toezegt, maar een lijfrente faciliteert, inclusief premiebetaling via de werkgever.

  2. Beste Jan,
    Waarom zou je vredesnaam bij doorwerken na AOW nog pensioen willen opbouwen ( nog meer geld, incl. eigen bijdrage(?) achter de tralies)? Een compensatie in loon zou meer voor de hand liggen. Er wordt overigens bij AOW-ers wel meer onderscheid gemaakt (denk oa loondoorbetaling bij ziekte…
    Hartelijke groet,
    Herman Deijk
    0625053486

    1. Herman, ik ben het met je eens dat als je kan kiezen je wellicht liever cash ontvangt en geen eigen bijdrage betaalt. Maar nu is de situatie zo dat veel ouderen die doorwerken na de AOW-leeftijd niets krijgen. Dus geen pensioenopbouw, maar ook geen compensatie.