Beleggen met geleend geld levert als het goed gaat een prachtig resultaat op. Dat komt door het zogenaamde hefboomeffect. Maar als het minder goed gaat met de beleggingen, dan zorgt diezelfde hefboom voor een groter verlies! Je kunt ook bij pensioen beleggen met geleend geld. Uit verschillende transitieplannen van pensioenfondsen blijkt dat zij kiezen voor beleggen met geleend geld.
In deze blog iets meer achtergrond, waarbij ik passages citeer uit het concept transitieplan van ABP. De meeste plannen lijken redelijk op elkaar, waardoor het plan van ABP wel een goed beeld geeft, ook voor andere pensioenfondsen.
Hefboomeffect beleggen met geleend geld
Beleggen met geleend geld zorgt voor een hefboomeffect. Dat is uit te leggen door een eenvoudig voorbeeld.
Stel, ik beleg € 1.000,- en maak 8% rendement. Dan heb ik na een jaar € 80,- verdiend. Nu ga ik niet alleen mijn € 1.000,- beleggen, maar ik leen extra geld bij, in dit voorbeeld € 500,-. Daar moet ik rente over betalen van 4%, wat dus € 20,- is. Als ik 8% rendement maak, dan heb ik € 120,- verdiend, min € 20,- kosten = € 100,-. Hoe beter het gaat, hoe meer ik verdien!
Maar andersom geldt ook. Als ik € 1.000,- beleg en ik maak een verlies van 8%, dan heb ik € 80,- verlies en nog maar € 920,- over. Als ik met geleend geld 8% verlies maak, dan heb ik € 120,- verlies en € 20,- kosten. In totaal heb ik nog maar € 860,- over.
Waarom bij pensioen beleggen met geleend geld?
Pensioengeld beleggen is lange termijn. Wanneer je op je 18e begint met pensioen opbouwen, dan leg je geld in, wat pas vanaf je AOW-leeftijd zal gaan worden uitgekeerd. Dat is dus een horizon van 50 jaar, waarbij er na pensionering niet meteen alles wordt uitgekeerd, maar gedurende gemiddeld 20 jaar. Je praat dus over een extreem lange beleggingshorizon.
Beleggen is lange termijn. En in het verleden hebben beleggingen over lange termijn altijd een gemiddeld positief rendement laten zien. Vanwege de positieve rendementsverwachting, kiezen pensioenfondsen bij het beleggen van het pensioen dus voor beleggen met geleend geld, waardoor het hefboomeffect in hun verwachting positief uit zal pakken.
Hoe kun je bij pensioen beleggen met geleend geld?
Pensioenfondsen gaan gelden en rendementen herverdelen tussen generaties. De pensioenregeling van ABP kent een collectief beleggingsbeleid en risicodeling tussen generaties. Jongeren gaan geld lenen van ouderen binnen het pensioenfonds.
“Zo voorkomen we pech- en gelukgeneraties. De sterkere solidariteitsaspecten komen tot uitdrukking in bijvoorbeeld de wijze van rendementstoedeling, het delen van het langlevenrisico, de solidariteitsreserve en het collectief beleggen inclusief de mogelijkheid tot opheffen van de leenrestrictie.“
Pensioen en beleggen met geleend geld wordt ‘het opheffen van de leenrestrictie’ genoemd. Het opheffen van de leenrestrictie wordt in het transitieplan van ABP als volgt uitgelegd:
“Dit betekent dat voor jongeren meer dan 100% van hun vermogen wordt belegd. Het gevolg van deze manier van beleggen is dat de deelnemer … naar verwachting een hoger pensioen krijgt bij dezelfde premie…”
Het opheffen van de leenrestrictie is overigens niet ongelimiteerd. Er geldt een maximumgrens van 150%. Er mag dus maximaal 50% worden ‘geleend’.
Meer risico voor jongeren
Omdat pensioengeld beleggen iets van de lange termijn is, kan dit risico genomen worden.
Je moet alleen niet tussentijds van baan veranderen en je pensioen willen of moeten overdragen net op een moment dat er een flink verlies gemaakt is. Want dan verzilver je het verlies dat door het hefboomeffect extra groot is, met alle gevolgen van dien.
Maar dit risico is volgens ABP niet zo groot want de meeste ABP-ers blijven heel hun leven bij hetzelfde pensioenfonds.
“De keuze … is passend, omdat het merendeel van de deelnemers gedurende hun werkzame leven pensioen blijft opbouwen bij ABP, ook als ze van werkgever wisselen.”
Dit is wel opvallend, want dit staat haaks op een van de overwegingen die het kabinet had om het pensioenstelsel te veranderen. In de memorie van toelichting bij de nieuwe pensioenwet staat:
“Bezien vanuit de demografie en de arbeidsmarkt van die tijd, waarin het niet ongebruikelijk was dat een werknemer een leven lang bij hetzelfde bedrijf of binnen dezelfde bedrijfstak werkte, was dit een begrijpelijke redenering. Maar met veranderingen in de samenleving en in de demografie wordt nu anders aangekeken tegen de herverdeling die het gevolg is van de doorsneesystematiek…
Dit werkt verstorend op arbeidsmarktbeslissingen, hetgeen wordt versterkt door de toegenomen dynamiek op de arbeidsmarkt en de grotere variëteit in arbeidsvormen, loopbanen, en in pensioenregelingen.”
Juist het feit dat werknemers steeds minder lang bij dezelfde werkgever, dezelfde branche en dezelfde arbeidsvorm blijven, was een belangrijke overweging om het pensioenstelsel te veranderen. Dan is het wel opvallend dat juist het argument dat werknemers lang bij zelfde werkgever en zeker hetzelfde pensioenfonds blijven hier wordt gebruikt om een bepaalde keuze te onderbouwen.
Lees ook:
Werknemers lopen straks automatisch meer beleggingsrisico, wil je dat?
Automatische waardeoverdracht
Wanneer je van baan wisselt (en van pensioenuitvoerder) heb je recht op waardeoverdracht van je pensioen. Het is een recht en geen plicht. Dus als je pensioenpot er slecht voor staat, bijvoorbeeld als gevolg van beleggen met geleend geld, dan kies je er voor om dan niet over te dragen. Althans, dat lijkt mij logisch.
Maar toch kan het mis gaan. Want kleine pensioenen worden automatisch overgedragen. En juist door beleggen met geleend geld kan jouw pensioen reduceren tot een klein pensioen. En dat pensioen wil je dan even laten staan. Maar dat kan niet, want kleine pensioenen worden automatisch overgedragen.
Stress
ABP heeft gekozen voor een pensioenregeling zonder beleggingsvrijheid voor de deelnemer, maar wel met beleggen met geleend geld. De pensioenregeling van ABP noemen we een solidaire premieregeling (SPR). Een pensioenregeling met beleggingsvrijheid noemen we de flexibele premieregeling (FPR).
ABP is van mening dat beleggingsvrijheid in de FPR stress kan opleveren, wat een van de redenen is geweest om juist te kiezen voor de SPR met beleggen met geleend geld.
“De SPR biedt minder keuzevrijheid ten aanzien van beleggingen dan de FPR. Uit onderzoek blijkt dat meer keuzevrijheid niet altijd wordt gewaardeerd en dat dit zelfs een zekere mate van “stress” kan opleveren. Een groot deel van de deelnemers maakt geen beleggingskeuze en daarmee wordt de standaardkeuze toegepast.“
Je kunt je afvragen wat meer stress oplevert. De keuzevrijheid om meer of minder beleggingsrisico te nemen of een standaard belegging met geleend geld?
Uitlegbaarheid en uitvoerbaarheid
Binnen de pensioenregeling van ABP worden gelden en beleggingen herverdeeld tussen generaties. Dat gaat volgens een complexe systematiek. Dat is lastig uit te leggen aan de deelnemers. Maar aan dat argument wordt voorbij gegaan.
“In de FPR is de relatie tussen persoonlijk pensioenvermogen, premie-inleg en rendement wat directer
waardoor die regeling eenvoudiger en beter uitlegbaar is. Dat weegt voor ons echter niet op tegen
de overige criteria.”
Vervolgens wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid. Voordat ik citeer uit het concept transitieplan merk ik op dat de flexibele premieregeling (FPR) in tegenstelling tot de solidaire premieregeling (SPR) al jaren bestaat. En de FPR functioneert goed, is jarenlang doorontwikkeld en wordt aantoonbaar tegen lage kosten uitgevoerd.
“Zowel de SPR als de FPR vergen eenmalig een grote aanpassing van de pensioenadministratie.
Individuele beleggingskeuzes en keuze tussen een variabele en een vaste uitkering, maken de uitvoering van de FPR complexer. Een meer complexe regeling is foutgevoeliger. De extra keuzemogelijkheden in de FPR vragen daarnaast om meer keuzebegeleiding in het kader van de zorgplicht. Bovendien leidt een complexere regeling tot hogere uitvoeringskosten.”
Wat hier staat is naar mijn mening ook tegenstrijdig. Eerst wordt gesteld dat de FPR eenvoudiger en beter uitlegbaar is. Maar vervolgens wordt gesteld dat de FPR complexer en daardoor duurder in de uitvoering is.
Lessen uit het verleden
In de afgelopen 25 jaar zijn er in de wereld van verzekeraars en banken een paar dingen niet helemaal goed gegaan. En uit die ervaringen zijn lessen geleerd.
Bij de woekerpolisaffaire hebben we gezien dat producten die mensen aanschaften niet deden wat zij er van verwachtten. Een belangrijke les was om te zorgen voor duidelijke en transparante producten.
Bij de aandelenlease-affaire hebben we gezien dat beleggen met geleend geld een verhoogd risico met zich meebrengt en dat juist over die extra risico’s niet goed is gecommuniceerd. Een belangrijke les was om te communiceren over de risico’s die mensen lopen.
Bij de kredietcrisis hebben we gezien dat financiële producten te complex kunnen worden. Een belangrijke les was om alleen producten aan te schaffen die je volledig begrijpt.
Kritisch
Ik maak me niet direct zorgen. Maar ik ben wel licht kritisch. Niet kritisch op de nieuwe pensioenwet, maar wel kritisch op de keuzes die worden gemaakt bij de uitwerking door pensioenfondsen.
Foto: Anna Neskrashevich – Pexels.com
Jan van Harten is senior pensioenadviseur en partner bij &Gommer Pensions Group en heeft meer dan 25 jaar ervaring in pensioenadvies. Hij is in staat complexe pensioenvraagstukken terug te brengen naar de kern, pragmatisch op te lossen en op een begrijpelijke manier te communiceren.
Pensioen is belangrijk en moet goed geregeld zijn. Maar je moet niet doorslaan aldus Jan: “Ik zie dat een hele grote groep mensen hun wensen en dromen uitstelt tot na hun pensioen en tot die tijd de dagen aftellen. Een goede pensioenregeling is belangrijk, maar wanneer je mensen vergeten in het nu te leven, dan moet je echt ingrijpen”.