Let op voor aansluitplicht bij een pensioenfonds!

In dit artikel lees je meer over de kunst van stellen én bewijzen ofwel stelplicht en bewijslast bij aansluitplicht pensioenfonds.

In een arrest van het Hof Den Haag, stond onlangs de uitleg van het Verplichtstellingsbesluit van het bedrijfstakpensioenfonds Metaal en Techniek (hierna PMT) centraal. Het Hof werd verzocht te oordelen over de vermeende aansluitplicht van de werkgever in kwestie. In haar overwegingen besteedt het Hof aandacht aan de stelplicht én bewijslast in dergelijke geschillen. Interessant voor werkgevers die zich hiermee geconfronteerd zien. Wat was er aan de hand?

Feiten en omstandigheden

De activiteiten van werkgever zien op alles wat met beeld- en geluidapparatuur en licht te maken heeft, bij grote en kleine congressen. Haar werknemers bevestigen de apparatuur, zorgen voor een goede uitlichting van de ruimte en aansluiting van de geleverde apparatuur.

PMT heeft zich in 2015 gemeld en medegedeeld dat sprake zou zijn van een verplichte deelname aan de pensioenregeling en tevens de betrokken cao-regelingen. Hiermee is een geschil ontstaan over de vraag of werkgever gehouden is tot deelname aan de pensioenregeling van PMT en de cao-regelingen van de fondsen.

Negatieve verklaring voor recht

In eerste aanleg werd door werkgever een negatieve verklaring voor recht gevorderd, namelijk dat zij niet valt onder de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds. Door de kantonrechter werd vervolgens geoordeeld dat werkgever niet gehouden was tot deelname aan de pensioenregeling. Door PMT werd echter hoger beroep ingesteld en een verzoek gedaan tot het gelasten van een getuigenverhoor, hetgeen ook heeft plaatsgevonden.

Hoger beroep en uitlegnorm

In hoger beroep werd door PMT een vernietiging van de uitspraak gevorderd. Door het pensioenfonds werd betoogd dat werkgever kwalificeert onder de werkingssfeer van de verplicht gestelde bedrijfstakpensioenregeling en de algemeen verbindend verklaarde cao. Door werkgever werd verweer gevoerd en incidenteel hoger beroep ingesteld ten aanzien van de kosten van de procedure.

Het Hof gaat vervolgens over tot beoordeling van de werkingssfeer van PMT, aan de hand van de activiteiten van werkgever. Doordat de werkingssfeer van de cao-regelingen nagenoeg gelijk zouden zijn, geeft het Hof aan te kunnen volstaan met een uitleg van het Verplichtstellingsbesluit. Haar oordeel zal dan in gelijke mate gelden voor de bepalingen van de cao-regelingen.

Aan de hand van de cao-norm gaat het Hof over tot een uitleg van het Verplichtstellingsbesluit. Op grond van de cao-norm zijn de bewoordingen van het besluit in beginsel van doorslaggevende betekenis. De activiteiten van werkgever dienen daaraan te worden getoetst.

Stelplicht en bewijslast

Het Hof overweegt dat PMT de stelplicht én bewijslast draagt voor de feiten waaruit volgt dat de activiteiten van werkgever kwalificeren onder het Verplichtstellingsbesluit. Dit maakt de door werkgever gevorderde negatieve verklaring voor recht niet anders, waarmee werd geanticipeerd op een mogelijke nakomingsvordering. Het Hof acht de materiële rechtsverhouding tussen partijen bepalend. Werkgever is dan niet gehouden tot deelname, tenzij zij onder het besluit kwalificeert. Pas dan dient werkgever de verbintenissen uit de pensioenregeling na te komen.

Lees ook:
3 wijzigingen in je bedrijf die gevolgen hebben voor pensioen

Werkingssfeeronderzoek pensioenfonds

Vervolgens toetst het Hof de activiteiten van werkgever aan de verschillende bedrijfstakken in en de werkingssfeer van het Verplichtstellingsbesluit. Het Hof concludeert dat de activiteiten van werkgever daaronder niet kwalificeren. Ter onderbouwing overweegt het Hof per werkingssfeerbepaling waarom werkgever daaronder niet kwalificeert.

Zo heeft werkgever voldoende gemotiveerd dat het samenstellen van metalen constructies en het daaraan ophangen van verlichting en apparaten door extern ingehuurde medewerkers wordt verricht. De werkzaamheden van de eigen werknemers zouden daaraan niet dienstbaar of bij betrokken zijn. Hierdoor is geen sprake van een ‘Metaalbewerkingsbedrijf’.

De stelling van PMT dat werkgever kwalificeert als ‘aardingsbedrijf’ of ‘Radio-, Televisie, installatie of reparatiebedrijf’ of als ‘installatiebedrijf voor – collectieve – antennes, kabeltelevisie, telematica en overige (tele)communicatie’ is volgens het Hof door PMT onvoldoende onderbouwd én door werkgever weersproken.

Bevestiging van het Hof

Het Hof bevestigt de stelling van PMT dat in de onderhavige kwestie de meest relevante werkingssfeerbepaling is die van het ‘Tentoonstellingsinstallatiebedrijf’. Het Hof gaat dan over tot een toets van de activiteiten van werkgever. Namelijk of sprake is van ‘verhuren en/of aansluiten en/of bedienen van apparatuur voor beeld, geluid en licht kwalificeert als het ontwerpen, aanleggen en/of bedrijfsvaardig opleveren van een elektrotechnische installatie in de zin van het verplichtstellingsbesluit.’

Aan de hand van de cao-norm geeft het Hof de uitleg van de begrippen ‘installatiebedrijf’, ‘tentoonstellings-installatiebedrijf’ en ‘elektrotechnische installatiewerkzaamheden’. Volgens het Hof kwalificeert het aansluiten van gebruiksklare audiovisuele apparatuur op een bestaand elektriciteitsnet door het enkel steken van een stekker in een stopcontact niet als zodanig. Datzelfde geldt voor het middels een snoertje verbinden van kant en klare apparatuur, zonder dat wijzigingen worden aangebracht aan een reeds bestaande elektriciteitsvoorziening.

Het Hof overweegt dat elektrotechnische installatiewerkzaamheden dienen te worden verricht door een gecertificeerde installateur/monteur. Dit om te vooromen dat (bijvoorbeeld) enkel het aansluiten van een tv met een soundbar reeds als zodanig kwalificeert. Dit is volgens het Hof geen aannemelijk rechtsgevolg. De werknemers van werkgever beschikken niet over een dergelijke certificering en verrichten geen werkzaamheden met betrekking tot de elektriciteitsvoorziening. Hierdoor is geen sprake van een kwalificatie als tentoonstellingsinstallatiebedrijf.

De stelling van PMT dat sprake is van een ‘Elektrotechnisch paneelbouwbedrijf of installatiebedrijf’ of een ‘Rolluiken-, markiezen en zonweringsbedrijf’ is volgens het Hof ook onvoldoende onderbouwd.

Verstrekken van gegevens

Het Hof overweegt vervolgens dat het Verplichtstellingsbesluit voor een werkgever pas verplichtingen met zich meebrengt wanneer voldoende concrete aanwijzingen bestaan dat werkgever daaronder kwalificeert. Dit is echter niet het geval. Werkgever heeft daarnaast meegewerkt aan het onderzoek van PMT en zelf nog een onderzoek laten verrichten. Daarnaast heeft zij meegewerkt aan het getuigenverhoor en gemotiveerd verweer gevoerd. De maatschappelijke zorgvuldigheid verlangt van werkgever niet meer.  

Het bewijsaanbod van PMT wordt door het Hof ook afgewezen. Het zou niet aannemelijk zijn dat dit kan leiden tot een andere beslissing. Ook zou het bewijsaanbod te vaag zijn en lijken op een ‘fishing expedition’.

Conclusie aansluitplicht pensioenfonds

Het Hof concludeert dat door PMT onvoldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld waaruit zou volgen dat werkgever kwalificeert onder het Verplichtstellingsbesluit. Werkgever is daarom niet gehouden tot deelname aan de pensioenregeling. De overwegingen van het Hof ten aanzien van de stelplicht en bewijslast zijn interessant. Zeker aangezien bedrijfstakpensioenfondsen een actief beleid hanteren in het opsporen van werkgevers die mogelijk kwalificeren onder het Verplichtstellingsbesluit. In dat kader draagt het pensioenfonds volgens het Hof echter de stelplicht én bewijslast.

Vanaf het moment dat een werkgever kwalificeert onder het Verplichtstellingsbesluit, ontstaan verplichtingen uit hoofde van het besluit. Daarom is het zaak tijdig te handelen na een aanschrijving van een bedrijfstakpensioenfonds. Ook is een periodieke toets van de bedrijfsactiviteiten aangewezen. Dit zodat tijdig kan worden geanticipeerd op een eventuele aansluitplicht zodat de daaruit voortvloeiende verplichtingen kunnen worden beperkt.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *