Het tweeverdienersmodel vraagt juist om een goed partnerpensioen

Het partnerpensioen gaat veranderen als gevolg van de nieuwe pensioenwet. Het partnerbegrip, dus wie is partner, wordt voor alle pensioenregelingen gelijkgesteld. De wijze van verzekeren wordt uniform en de berekeningsmethode wordt aangepast. Al met al een ingrijpende wijziging. En met name door de verandering van de berekeningsmethode zijn er winnaars en verliezers. Bij het nadenken over die verliezers komt regelmatig de vraag naar boven of er in de huidige tijd van met name tweeverdieners nog wel behoefte is aan een goed partnerpensioen.

Minder behoefte aan een goed partnerpensioen?

Bij de vraag of er nog wel behoefte is aan een goed partnerpensioen komen vaak twee argumenten naar voren. Partners hebben zelf inkomen en bij overlijden wordt (een groot deel van) de hypotheek afgelost.

Ik denk dat beide argumenten juist pleiten voor een goed partnerpensioen en dus niet voor een versobering van het partnerpensioen.

Partners hebben zelf inkomen

De meeste partners hebben zelf inkomen. Dat is een feit en daar is niets aan af te doen. Maar dat is geen argument om dan geen of minder partnerpensioen toe te zeggen. Wanneer een van beide komt te overlijden, dan neemt het gezinsinkomen af. Uitgaande van een 50/50 verdeling halveert dus het gezinsinkomen.

De achterblijvende partner werkt al en kan dus niet (extra) gaan werken om het gezinsinkomen weer te verhogen. Vaak zal, wanneer er kinderen zijn, de achterblijvende partner zelfs iets minder gaan werken. Dit in tegenstelling tot het kostwinnersmodel. Wanneer er sprake is van een kostwinner kan de achterblijvende partner gaan werken en het gezinsinkomen weer op peil brengen.

Waar vroeger een partnerpensioen een logisch onderdeel van een pensioenregeling was – terwijl dat feitelijk niet nodig was vanuit het idee dat de achterblijvende partner kan gaan werken – is dat nu naar mijn mening alleen maar logischer en noodzakelijker geworden.

De hypotheek wordt afgelost

Ongeveer 70% van de huishoudens heeft een eigen woning. Dus 30% heeft dat niet. Dat is een belangrijk gegeven om rekening mee te houden.

Huiseigenaren zijn gemiddeld net iets minder dan 25% van het inkomen kwijt aan wonen. Als dat wegvalt omdat de hypotheek wordt afgelost, hou je nog steeds een tekort over, want het gezinsinkomen zal harder dalen. En de achterblijvende partner heeft vanaf dat moment wel een groot vermogen, maar dat vermogen is de woning. En van de woning kun je geen boodschappen betalen.

Lees ook:
Waarom het wezenpensioen gaat veranderen in de WTP

Goed partnerpensioen, winnaars en geen verliezers?

Bij de aanpassing van de pensioenregeling aan de nieuwe wet speelt kosten een belangrijk rol. Het uitgangspunt in veel gevallen is een kostenneutrale aanpassing. Wanneer je dat principe ook toepast op de aanpassing van het partnerpensioen, dan heb je winnaars en verliezers.

De vraag aan werkgevers is dan ook of zij het principe van kostenneutraliteit ook willen toepassen op het partnerpensioen met winnaars en verliezers als logisch gevolg? Of ben je bereid om iets meer te betalen voor een goede voorziening? Overlijden en de financiële gevolgen daarvan is een zeer impactvolle gebeurtenis in het leven van de nabestaanden van jouw werknemers. Wil jij dan uitleggen dat er nu eenmaal winnaars en verliezers waren toen de pensioenregeling werd aangepast?

Foto: Trung Nguyen – Pexels.com

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *