Variabilisering betekent variatie aanbrengen in de hoogte van pensioenuitkeringen binnen de bandbreedte 100:75.
Hoe werkt variabilisering
De variatie in de hoogte van de uitkeringen is wettelijk begrensd door deze bandbreedte. De laagste uitkering mag niet minder bedragen dan 75 procent van de hoogste uitkering. Hierbij is sprake van een uitzondering. Het is geoorloofd dat tussen de ingangsdatum van het pensioen en de AOW-leeftijd een bedrag ter hoogte van tweemaal de gehuwden AOW-uitkering vermeerderd met de vakantietoeslag buiten de bandbreedte van 100:75 mag blijven.
Zodra het pensioen ingaat moeten twee keuzes vastgelegd worden. De variatie in de hoogte van de pensioenuitkeringen binnen de bandbreedte van 100:75. Ten tweede moet de verruiming voor het opvullen van het gemis aan AOW-uitkering worden afgesproken.
Er zijn na de ingang van de Wet Toekomst Pensioenen meer keuzemogelijkheden hoe en wanneer je het pensioen wilt laten ingaan. Denk aan RVU, generatieregeling en uitstellen van pensioen.
< Terug naar de Begrippenlijst